De geur van een ovenvers boeren-multi van bij 'Het Hemels Brood': de routine van de maandagnamiddag. Stevige druppels roffelen op het dak van De Loods. Schrijfatelier: ik ben er. Ik ben zelfs gewassen. Mijn lijf zit nochtans vol weerstand. Alles is te veel. Opstaan is te veel. Blijven liggen is te veel. Onder de douche stappen is te veel. Er onderuit komen is te veel. Mij afdrogen is te veel. Schrijven is te veel: mijn woorden zijn soms maar half. Spanning in mijn lijf. Kramp in mijn pols. Hoofdpijn op de horizon. Mezelf moeten dwingen om thuis te vertrekken. Onderweg mezelf moeten bedwingen om niet om te keren. Maar thuis blijven helpt niet. De warme zachtheid van mijn bed herbergt een verraderlijke zwaarte die alles naar zich toe trekt. Het is er veilig. Het is er alleen. Alleen zijn is veilig. Alleen zijn voelt eenzaam. Veilig zijn voelt eenzaam, hoezeer mijn geliefden ook de hand uitreiken om mij weer de wereld in te brengen.
Het zachte geritsel van een verweerd penseel op doek en het getik van pen op papier brengen mij terug naar het hier en nu. Mijn hand trilt, maar ze schrijft. Ik blijf ze bewegen. Stoppen is bevriezen: verdwijnen in het niets. Aan deze houten tafel, getekend met verfvlekken en vergrijsd met het patina van de tijd, zaten kunstenaars. Schilders, beeldhouwers en schrijvers, die net als ik op zoek gingen naar krabbels, tekens, woorden en zin. In deze ruimte, aan tafel tegenover andere schrijvers, vind ik meestal rust en inspiratie. Hier leer ik schrijven, schrappen en schaven aan mijn teksten.
Midden 2024 schudde het afscheid van een schrijfzus het porselein onder mijn ribben door elkaar. Haar lege stoel, inmiddels weer gevuld, werd een olifant die telkens weer de scherven in verdrukking brengt.
Ik vecht met elke vezel in mijn lijf tegen de impuls om te vluchten en bedwing de roep naar de veilige bubbel van mijn huis, mijn kamer, mijn bed en mijn dons. Het vormen van letters voelt vreemd, alsof mijn pen zich weert tegen mijn woorden. Ik blijf schrijven, maar mijn hoofd is leeg, en vol tegelijk. Watten, duisternis, mist, een alles opslokkend niets.
Ik volg de pen en kijk waarheen de woorden mij brengen. Het zinloze vorm geven. Gedachten die anders op hol slaan, laten zich vangen en kneden naar mijn wens. De verfvlek op de tafel verandert in een vuurrode draak: één en al kop en poten en vleugels die strijden tegen de chaos. Ik sleep weerspannige woorden uit het moeras van mijn gedachten. Ze neerschrijven helpt om ze te zien voor wat ze zijn; ze worden ontmaskerd. Sommigen spuwen vuur of ontploffen in mijn gezicht, anderen plooien zich gewillig tot troost. Maar ze zijn van mij. Ik kies welke woorden ik schrijf, en wie ze vervolgens mag lezen. Blijven ze dichtgevouwen in mijn schriftje, of geef ik hen de vrijheid in de hoop dat ze een veilige plek vinden om te landen? Ze zijn wie ik ben. Ze mogen er zijn. Ik wil mij niet langer verbergen achter een anonieme pagina, mezelf niet langer monddood maken. Ben ik in staat om te zeggen: ‘Dit zijn mijn woorden’? Zonder vraagteken, komma, dubbelpunt, of drie puntjes?
Dit-zijn-mijn-woorden. Punt! Ik ben Veerle Roos. Bezieler van ZachtereWereld.com. Ik ben op zoek naar evenwicht. Ik hou van zwart én van glitter en roze, van katten én honden, van schrijven én tekenen, van schilderen én haken. Mijn woorden mogen er zijn, ik mag er zijn: zwart, glitter, roze, en alles daar tussenin!
Veerle Roos.
Comments